Google is your friend
Dat klopt als een bus is ontstaan als contaminatie (onjuiste samentrekking) van dat klopt en dat sluit als een bus. Sluiten als een bus is al een oude uitdrukking. Ze is voor het eerst aangetroffen in een tekst uit 1569, van Philip van Marnix van Sint Aldegonde, de vermoedelijke schrijver van het Wilhelmus. Volgens F.A. Stoett werd dat sluit als een bus vaak gezegd van een rekening of redenering. Met bus wordt in deze zegswijze verwezen naar een goed afsluitbare bewaardoos, die bijvoorbeeld ook geschikt is voor het bewaren van "droge waren als thee, cacao, koffie, enz.", zoals het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) het verwoordt. Sluiten wordt in de nog steeds gewone betekenis 'afsluiten' gebruikt.
Kloppen in de betekenis 'juist zijn, overeenkomen' is volgens het WNT "vermoedelijk een oneigenlijke toepassing" van kloppen in de betekenis 'hoorbare slagen tegen of op iets geven'. Deze toepassing is tamelijk jong; volgens het WNT is zij rond 1880 in gebruik gekomen. Helaas staat er niet bij welke gedachte eraan ten grondslag lag. Misschien werd gedacht aan het kloppen van het hart: zolang het hart klopt, is het in orde, functioneert het goed.
'Dat klopt als een zwerende vinger' is een uitbreiding van dat klopt. Het figuurlijke dat klopt ('dat is juist') en het voelen kloppen van een ontstoken vinger worden nu met elkaar verweven.
Dat klopt als een bus komt nog niet voor in het boek van Stoett en ook niet in het WNT. De zegswijze is pas sinds 1995 (twaalfde druk) in Van Dale opgenomen; de Grote Koenen (1986) was Van Dale voor. In de Prismapocket Twijfelgevallen Nederlands (1983) van C. Apeldoorn en S. Pot wordt dat klopt als een bus nog afgekeurd als contaminatie. Tegenwoordig wordt deze zegswijze door (bijna) niemand meer afgekeurd; de woordenboeken nemen haar gewoon op.
http://www.onzetaal.nl/advies/bus.php